Ze kijkt me gespannen aan en stamelt ongemakkelijk en zonder ook maar enige schijn van zelfvertrouwen: “kop?” Grote vragende en misschien zelfs gepijnigde ogen. Zucht. Ik herhaal de letters, k-o-o-p. “Oh jaaaa… ” klinkt het klein en kwetsbaar. De sfeer is zwaar beladen inmiddels, misschien zelfs ronduit vreselijk. Waar dit over gaat? Nederlandse les!
Ik hoor je denken, “Huh? Maar moet dat dan, die Nederlandse les?” Nee, dat moet niet, dat mag. Maar omdat we de overgang voor onze kinderen bij terugkomst in Nederland het liefst zo soepel mogelijk (het wordt nog moeilijk genoeg) willen laten verlopen, doe ik heel hard mijn best om hun Nederlands op niveau te houden. Het was zwaar om een hele nieuwe taal te moeten leren, achterstand te moeten ervaren in het nieuwe land, vooral dat eerste jaar waarin ze zo kwetsbaar waren. Als ik íets kan doen om hen datzelfde te besparen bij thuiskomst, dan is me dat veel waard… Ze zullen hoogstwaarschijnlijk ook al moeten wennen aan Nederland, aan de cultuur, aan een nieuwe stad wellicht? Aan een nieuwe school. Wanneer we terugkomen heeft Elle de helft van haar leventje in Amerika gewoond. Ze was vier toen we hier kwamen. En Rocco denkt misschien dat hij niet gewend is hier in de States, vanuit zijn hang naar Nederland en thuis. Hij denkt misschien zelfs dat hij niet zal hoeven wennen, of zijn draai zal moeten gaan vinden. Maar heus, dat gaat nog best wat verwarring opleveren. Ik gun ze een zo makkelijk mogelijke overgang.
En dus, Nederlandse les. Want toen we naar Amerika verhuisden was er een aanbod van mijn man’s werkgever om Nederlandse les voor onze kinderen te vergoeden. Ze kochten dit in via een online instituut. Toen dacht ik nog, “Wat leuk, dat gaan we doen! Ik ben immers juf, dus niks staat me in de weg om de Nederlandse taal lekker bij te houden. ” Blij en enthousiast ontving ik de grote lespakketten voor allebei, toen groep twee en groep drie.
Little did I know! Leuk is namelijk het laatste woord dat ik nu zou gebruiken om deze ‘arbeid’ te beschrijven. Enfin, we doen het en we maken het af, maar het is hard werken en eigenlijk gewoon down right gruwelen in huis tot het werk weer gedaan is voor de dag. Want dat is wat we nu moeten doen, omdat we het niet meer konden bijhouden dit jaar, zij en ik. We moeten inhalen, wat zoveel betekent als: elke ochtend minimaal twee tot drie Nederlandse lessen achter elkaar in de maanden juni/juli. Want in september begint het volgende jaar en dan ‘moet’ ze wel bijgewerkt zijn…
Gelukkig voerden manlief en ik recentelijk een goed (eerlijk en pijnlijk) gesprek tijdens een autoritje na wederom een horror-lesochtend. Over dat het zo niet langer kan. Dat het niet te doen is, voor haar en voor mij. Dat het niet eerlijk is, want het lieve meisje leerde al een hele nieuwe taal (oh ja, en Frans ook nog, dus twee nieuwe talen) afgelopen schooljaar, en leerde lezen en schrijven in het Engels. En we (ik dus, BAAL…) hadden het ook niet consequent aangeboden dit afgelopen schooljaar. Ik moest erkennen dat ik mezelf een beetje was verloren in de strijd die Nederlandse les was geworden.
Daar komt trouwens nog bij dat ik ergens in juni – wanhopig kijkend naar het meisje dat worstelde met lettergrepen – ontdekte dat haar ogen nogal over het papier schoten wanneer ze las. Mijn moederlijke intuïtie dwong me om met enige spoed een ‘eye exam’ aan te vragen en je begrijpt vast wat daaruit voortkwam… Het meiske had dus écht enorm een leesbril nodig. Oh hemel. Ik voelde me trots op mijn intuïtie, ALWEER. Man, dat werkt toch goed. Maar ik voelde me ook enorm rot. Waarom had ik dat niet eerder gezien? Of bedacht? Sja. Iets met achteraf een koe en een kont. Inmiddels is onze fashionista dus een knetterroze glitterleesbril rijker en gaan de lesjes ook echt steeds makkelijker. Niet leuker. Zelfs niet met een K3-outfit!

Maar terug naar dat pijnlijke gesprek dat manlief en ik voerden in de auto… We beslisten there and then om het weer ‘leuk en luchtig’ te maken. Ja, ‘we’ beslissen. Maar ‘ik’ moet het doen. En dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Deze maand doen we het dus rustiger aan, we gaan terug naar 1 les per dag. Dat betekent dat we dus zo ongeveer elke dag Nederlandse les hebben ‘gedaan’ in deze zomervakantie, want pas eind augustus zal dochterlief haar groep drie afronden. En begin september begint groep vier. Maar, misschien is die continuïteit prima, zo overtuig ik mezelf.
Het online instituut waarvan we de lesstof mochten ontvangen, is ons slecht bevallen. Een oninteressant lespakket dat veel te ingewikkeld in elkaar stak, teveel materialen, te weinig interactief/online, weinig contact en vooral als ouder heel veel ‘even zelf uitzoeken’. De kinderen zagen allebei de afgelopen twee jaar op tegen Nederlandse les, en heel eerlijk gezegd, ik ook. Het leven van expatkinderen is aanpoten. Vanaf groep drie ontvangen ze hier huiswerk. Dagelijks. Maar je bent ook niet voor half vier in de middag thuis, en dan zijn ze vanzelfsprekend doodmoe. Dus wil je toch echt eerst je oer-Hollandse thee met koekje en bijpraat-moment. En zij willen heel graag even chillen, spelen, iPad-tijd. Maar krijg ze, inmiddels moe en hongerig, ‘into hun iPads’, voor het eten uit dan nog maar eens aan een Nederlandse les. Dan moet dus eerst het huiswerk. Daarna moeten ze toch echt eten. Dan nog huiswerk voor Nederlandse les? Huilen. Gedoe. Drama. UGH.
Nee, dit was geen succes. Petje af voor mijn kinderen en mijzelf dat we dit twee jaar op deze manier volbrachten, en dat ze uiteindelijk zonder achterstand door kunnen gaan. Rocco zelfs al voor de zomervakantie klaar voor groep vijf. Elle dus eind augustus voor groep vier. En ik hoop dat ze dan weer net zo trots zal glimmen als afgelopen juni, toen ze ‘afstudeerde’ van Kindergarten, getuige de foto hieronder met haar even zo trotse broer.

Ik neem mijn petje af en ik saluut U, mijn mede-moeders en -vaders die deze taak op zich hebben genomen. Ik heb al van velen van ons, uitgezonden gezinnen, vernomen dat zij dit precies zo (hebben) ervaren. Wat heeft de Nederlandse les onze tijd hier verzwaard! En wat zullen onze kinderen met verbazing reageren wanneer ze over twee jaar in Nederland naar school gaan en erachter komen dat men daar vrijwel geen huiswerk heeft. En dat ze niks ‘extra’ hoeven te doen in de vakanties en weekenden. Dat wordt feest! En spelen!! Kind-zijn. Gelukkig. Maar chapeau voor ons allen die ‘de strijd’ aangingen, aangaan en voeren. Het is niet makkelijk, vanuit de beste intenties, al dan niet met kennis van zaken. Dan ben ik nog wel juf, en ook deze juf vond het niet te doen.
Anyway, vanaf komende september mogen Rocco en Elle iedere zaterdagochtend naar De Nederlandse School in DC. There is a God!!! Of liever gezegd, er is iemand bij mijn man’s werkgever die onze aanvraag om deze overstap te mogen maken, heeft goedgekeurd. Voor ons stopt Nederlandse les dus in zijn huidige vorm per eind augustus. Ik mag dan van nare heksenjuf (I’m trying, but girl OH girl…) terug naar moeder die alleen nog maar begeleid bij het door een ándere (vast heel leuke) juf opgegeven huiswerk. Jihaaa!
Vanaf begin september zullen de kinderen op z’n Nederlands, in groepjes (dat kennen ze bij ons op school écht niet) les krijgen met allemaal andere Nederlandse kinderen. Ze zullen buitenspelen, ze zullen nieuwe vriendschappen sluiten en ze zullen nieuwe leuke herinneringen gaan maken. Ja, elke zaterdag vroeg op. Ik heb het er maar al te graag voor over en ben heel dankbaar dat we deze kans hebben in DC én dat we er gebruik van mogen gaan maken…
Dank je dat we weer met je mee mogen lezen en een blik mogen werpen in het wel en wee van expatkinderen en -ouders XXXX.
Ik besef nu hoe mijn broertje, toen 6 jaar en nu 25 jaar, en mijn vader het 19 jaar geleden gevoeld moeten hebben.
Toen zij ‘voorgoed’ van Nederland naar Indonesië vertrokken en mijn broertje naar een Internationale school ging.
LikeLiked by 1 person