“Hij is erg afwezig. Luistert ie eigenlijk welf?”, vraagt de invaljuf van mijn negenjarige zoon. Ze gaat door: “Hij is erg gemakkelijk, laks. Hij maakt zijn werk in de klas niet af en hij levert zijn huiswerk niet in.”
Poeh, dat is nogal een statement. Ik probeer niet toe te geven aan de emoties die ik voel opborrelen. Sowieso, dagelijks reken- en taalhuiswerk in groep 5, belachelijk. Maar dat is niet waar dit over gaat. Stil blijven Lies, stil blijven… laat haar uitpraten, denk ik bijna hardop terwijl ik mijzelf snel op mute zet om te voorkomen dat ik het hardop zeg.
De invaljuf haalt diep adem en sluit af met een mokerslag, “Het lijkt er kortom op, dat hij gewoon niet echt wil leren.” Ze stopt met praten en kijkt me via mijn beeldscherm aan. Ze wil duidelijk dat ik iets terugzeg. Zoekt ze herkenning? Bevestiging?
Ik voel me ongemakkelijk, geïrriteerd en zelfs boos, maar bovenal verdrietig en wanhopig, want daar gaan we weer. Weer voert de onderpresteerder de boventoon. Elke keer opnieuw een soortgelijk gesprek met de dan weer nieuwe leerkracht, terwijl zijn rapporten toch echt alleen maar tienen en negens laten zien.
Ik unmute mijn microfoon, schraap mijn keel en vraag haar met emotionele trilling in mijn stem, “Heeft U dit al eens met hem besproken en hem aangesproken op zijn leergedrag?” Ik vermoed van niet maar ik vraag het toch, hopend op onverwachte diepgang. “Nee, dat heb ik niet.”
Ik wil van alles zeggen. Ik wil haar geruststellen want ik voel met haar mee. Ik stoei al ruim negen jaar met zijn hoogbegaafdheid en de nare bijverschijnselen die vaak de show stelen, zoals onderpresteren. Deze invaljuf doet bovendien haar best, maar ze is geen professional. Slechts een inval-moeder met de beste bedoelingen, omdat er in geen velden of wegen een leerkracht te vinden was die ‘in persoon’ voor de klas durfde tijdens het zwangerschapsverlof van de eigenlijke juf. Covid, enzo.
Ik haal diep adem en kies voor zacht en begripvol, gevoed door mijn diepe verlangen dat hij het nu toch gewoon eens fijn kan gaan vinden op school.
“Ik heb vertrouwen in U. Ik heb er vertrouwen in, dat wanneer U met hem praat, U zult begrijpen waarom hij doet wat hij doet. Maar het is niet aan mij om met U te praten over wat hij denkt. Zijn rapport is waanzinnig goed en ik durf te stellen dat hij daar precies NUL moeite voor heeft hoeven doen. Om zijn rapport maak ik me geen zorgen. Om zijn leergeluk wel.”
Want ik ken de andere kant van deze medaille. Ik zie zijn worsteling met de lat en de mal, de hokjes waarin hij niet past. Ik zie de goede intenties en zijn wens om te leren. Maar ook zijn onbegrip over hoe het eraan toegaat op school. Hij ziet het nut van een strategie als ‘herhaling’ niet in, want als je het een keer hebt gehoord dan weet je het toch al? De vloek van begaafd zijn. Van een rood kruis zijn, in plaats van een groene krul. Alles willen begrijpen, het anders een zinloze exercitie vinden.
De invaljuf en ik spreken af dat ze hem direct zal aanspreken zodat hij zijn gedrag kan bijstellen, of op zijn minst duidelijk kan maken waarom hij niet meedoet. De volgende dag rijd ik hem hoopvol naar school.
“Mamma, waarom ben ik eigenlijk op deze aarde? Om op school te zitten? Ik doe daar helemaal niks. De dingen die ik in grade 1 al leerde, leer ik nu in grade 4 opnieuw. Waarom moet ik daarnaar luisteren? Ik wil niet naar school. Ik wil bij jou zijn. Thuis.”
Met een brok in mijn keel luister ik naar zijn levensvragen. Ik zie via de achteruitkijkspiegel zijn droevige mooie ogen. Het liefst draai ik de auto om maar ik realiseer me dat er geen kortere weg bestaat. Dit is zijn leerweg en hij zal richting moeten leren geven.
Dit blog schreef ik eind februari 2021 voor een blogcursus. Deze hoort thuis op mijn persoonlijke pagina want helaas betreft dit geen fictie maar was dit een pijnlijke realiteit. Ergens rond februari van dit jaar ging het mis. Rocco wilde niet meer. Niet meer naar school. Niet meer leren. Niet meer voelen en op deze manier, in die klas, onder die omstandigheden, niet meer leven. Niet meer het onbegrip, niet meer het anders-zijn, niet meer.
Na een periode van thuiszitten, veel praten met elkaar, en ondersteuning van een professional, kregen we het voor elkaar om Rocco zijn schooljaar in de VS toch te laten afmaken. Maar het thuiszijn, het deed hem zo goed. Hij mocht ‘stagelopen’ bij de Fairfax Cat Lounge. Het werd zijn favoriete dag, de donderdag. Hij bakte en kookte als het kon elke dag. Hij wilde zo graag zoveel leren. Liefst wel in zijn pyjama!

Gelukkig werden het alsnog mooie laatste herinneringen aan de school en de leerkrachten die wel degelijk het verschil maakten. Maar dat een prachtige privéschool met kleine klassen en maximale middelen Rocco niet kon geven wat hij nodig had, is natuurlijk zorgelijk. Weer die mal. Weer dat knellen. En wederom weinig tot nul educatief partnerschap met ouders.
Na veel blije jaren (en voor Elle bleef het gelukkig al die tijd een goede ervaring) kwam toch vooral ook een bittere nasmaak. De school heeft Rocco (en ons) echt gefaald. Wat jammer. Wat onbegrijpelijk. Zoveel gesprekken, zoveel input, zo vaak hebben we de school gewaarschuwd dat het niet goed zou blijven gaan, dat ze hem iets anders moesten bieden, dat hij depressief leek te worden, dat hij zich afsloot, dat hij verzoop, en niks…
Gelukkig is hij in Nederland terechtgekomen bij een geweldige leerkracht in een klas waarin veiligheid en persoonlijke ontwikkeling hoger op de prioriteitenlijst staat dan toetsen, presteren, beoordelen en afrekenen. En keer op keer dat bewijs: de leerkracht maakt het verschil. Wat. Een. Beroep! Dus, minder middelen. Minder leerkrachten. Veel meer kinderen in de klas. En toch gaat het goed met Rocco. Hij mist zijn beste vrienden, hij mist Amerika, maar hij is blij. Hij voelt zich gezien. Hij gaat (zelfs) met plezier naar school en op dit moment is het eventjes ‘gewoon goed’. Zoveel om over na te denken!
Leave a Reply