Emmers vol (on)geluk

Tranen, boos, gefrustreerd, een kort korter kortst lontje. Elle trok zich terug. Ze wilde eigenlijk alleen nog maar op haar kamertje zijn of bij ons. Muren trok ze op en eigenlijk bleef ze, ondanks lieve vriendinnetjes van school, toch vooral alleen achter. Een ongelukkig kind heeft niet veel te geven. Haar spreekwoordelijke emmertje met geluk werd steeds leger.

Het eerste jaar in Nederland op haar nieuwe school dachten we nog: ze moet landen, ze moet wennen. Maar eerlijk is eerlijk, ook wij waren onaangenaam verrast door wat we meekregen van haar school. Het was niet een beetje anders, het was een compleet andere wereld. Van een stimulerende, liefdevolle leeromgeving met een rijk en breed curriculum, waar ouders een belangrijk onderdeel waren van het leren en de leercommunity, naar een basis basisschool met een smal curriculum waar ouders buiten de deur werden gehouden.

De klas had dubbel het aantal leerlingen als haar school in Amerika. Van een vaste leerkracht ging ze naar duo-leerkrachten die vervolgens allebei helaas door omstandigheden (en Corona!) ook wekelijks afwezig waren. Er waren weken waarin ze 5 verschillende leerkrachten hadden. We gingen van non-stop communicatie van de leerkrachten in Amerika met hun ‘weekly class updates’ en een wekelijkse nieuwsbrief van de directie/school, naar af en toe een bericht maar vrijwel nooit inhoudelijk. We hadden eigenlijk steeds het idee dat we geen idee hadden. Voor Rocco was het fijn. Vooral veel aandacht van zijn heel fijne meester (voor het eerst in zijn leven een meester!). Tijd om te landen. Hij haalde toch wel goede cijfers, hij had het geluk dat zijn meester hem alle ruimte gaf voor zelfontwikkeling. Prima. Goed genoeg, duidelijk en smal.

Dat Elle niet op haar plek zat, dat wisten we al snel. En dat wij weinig vertrouwen meer hadden, dat wisten we ook snel. Zo vol zelfvertrouwen en leerverlangen als ze was, zo mat en onzeker was ze al na enkele weken. Van haar Amerikaans enthousiasme en spirit was al snel niks meer over. Waar ze in Amerika nog vooraan stond en graag het woord nam, verdween ze hier in rap tempo naar de achtergrond:

“Hier doen we gewoon, we zijn allemaal hetzelfde. Doe maar gewoon, da’s gek genoeg.”

Huilend moest ik haar de school in duwen, “Kom op Elle, je moet toch naar school, je moet hier doorheen.” Maar ondertussen zelf ook in tranen het schoolplein aflopen. Dat ouders niet mee mochten de school in, dat hielp niet. Stomme Corona. Dat maakte alles erger. Het feit dat ik constant mijn frustratie uitte heeft ook zeker niet geholpen. Elle slurpte alles op. Remigreren deed pijn en haar pijn werd mijn pijn. Onze beider emmertjes waren meer dan leeg.

Deze basisschool kon het niet (meer) helpen, dit was het nu eenmaal. Teaching to the test, mostly. Dat hebben we landelijk nu eenmaal zo ingericht. Stomme adviezen. Stomme toetsen. Stomme vroege selectie. Dat Elle zowel Engels en Frans kan, maar ook al die vier jaren in Amerika haar Nederlands heeft bijgehouden, dat ze leerde programmeren, dat ze supersnel verbanden legt, dat ze breed geïnteresseerd en super leergierig is, dat ze sportief is en geweldig creatief, dat ze dol is op muziek en zingen, op bewegen… Hierover spraken we niet, hiernaar zochten ze niet. Al wat wij hoorden was dat haar spelling Nederlands niet op niveau was. Dat ze met de ‘drie minuten toets’ niet snel genoeg kon lezen. Dat haar rekenen niet snel en goed genoeg zou zijn. Zo smal. Zo beperkt. Met zoveel focus op meten, willen weten.

Ik probeerde het nog een laatste keer tijdens een laatste oudergesprek: “Ze krijgt zoveel buikpijn van rekenen op die tablet. Ze voelt de druk van het adaptieve programma, ‘een foutje maken is een level naar beneden’. Ze zei me dat ze zelfs buikpijn voelt als ze een ander kindje in de klas ziet rekenen. Kan dat niet worden uitgezet?”

Het antwoord was: “Als ze het echt niet wil dan kunnen we het misschien uitzetten. Maar Elle, weet je het zeker? Want we kunnen nu wel heel precies zien waar je bent, wat je kunt.” Elle zuchtte dat ze echt graag wilde dat het werd uitgezet, maar eigenlijk zou dat al niet meer helpen. Elle vroeg zich nog hardop af waarom ze geen ‘goed’ had voor tekenen op haar rapport, dat kon ze toch juist heel goed? Het antwoord stemde treurig: “Ja, je tekent zeker heel mooi, maar je werk is steeds niet op tijd af… “ (Wat meten we nu precies? Of ze snel kan tekenen?) Toen we na het gesprek wegliepen vroeg Elle zich verbaasd af wanneer ze in haar leven ooit heel snel zou moeten tekenen. Want school was toch een voorbereiding op het latere leven?

Sessies bij een orthopedagoog, het hielp misschien een beetje maar we hadden hulp nodig. We overwogen aanmelding bij het Jeugdteam. Ze veranderde zo snel en leek steeds ongelukkiger. Maar eigenlijk wist ik het al die tijd al, dit gaat het gewoon niet worden. Elle is nieuwsgierig, ze heeft zoveel talenten, ze heeft iets anders nodig. Het ligt niet aan het kind, het ligt aan het systeem. Het ligt aan de mal, en aan de smalheid van die mal. De leerkrachten kunnen zo’n systeem ook maar beperkt ontwijken, als ze dat al willen en/of het zelf zo ervaren.

We zetten en ploeterden door maar na 1,5 jaar was het genoeg, we moesten haar verplaatsen. Einde van het tweede jaar op deze school mocht ze ‘proefdraaien’ bij de vrije school. Na afloop zei ze: “Mama, ik hoor hier denk ik. Ik voel me hier meer thuis, deze kinderen lijken heel erg op mij. En we deden echt heel veel verschillende dingen. We gingen naar onze schooltuin! En ik snap éindelijk topo want deze juf legt dingen heel duidelijk uit.”


We vroegen het haar elke keer, weet je het zeker? Je hebt nu al veel vriendinnen en vrienden. Het gaat niet makkelijk worden. Maar ze zei steevast dat ze het wilde. Dat ze het moest gaan proberen. Ze heeft zo knap aangevoeld wat ze nodig had.

Het werd Elle’s vierde basisschool en hier kwam ze thuis. Nu kon ze landen. Eindelijk weer thuis op school. Elke dag gaat ze met plezier naar school. Het curriculum is rijk en breed, er komt geen tablet aan te pas. Haar creatieve talenten worden dagelijks aangeboord, en ze pakt het allemaal grandioos op. Ze leest de dikste boeken (supersnel), ze tekent, ze haakt/punnikt/naait, ze vindt breuken leuk, haar zelfvertrouwen en haar emmertje vullen zich langzaam, ze bloeit weer!

Men zegt weleens dat je zo gelukkig bent als je ongelukkigste kind, en dat ervaarden wij ook. Wát een verschil. Er is weer lucht, licht, blijheid. Het is genieten om haar te horen praten over school, over wat ze leert, wat ze doet. Het niveau en de lat ligt hoog. Geweldig, precies zoals ze gewend was. Lastige teksten, mooie gedichten, opdrachten die haar intellectueel uitdagen. En alles met steun en waardering, vanuit positiviteit en nieuwsgierigheid, het kind volgend in plaats van het curriculum.

Tijdens het eerste driehoeksgesprek op de vrije school vroeg juf vorige week aan haar:
“Mag ik binnenkort eens 20-30 minuten bij jou thuiskomen Elle? Zou je dat leuk vinden? Ik wil jullie allemaal heel graag nóg beter leren kennen, daarom ga ik bij alle kinderen uit de klas even langs. Dan kan ik zien hoe je woont en dat geeft mij een nog beter beeld van wie jij bent. En als je liever hebt dat ik bijvoorbeeld even langskom bij je sport of je hobby, dan kan dat natuurlijk ook. Wil je erover nadenken? Over wat jij mij wilt laten zien zodat ik jou nog beter leer kennen?”

Met ‘volle emmers’ liepen we de klas uit. Puur geluk. We zijn allemaal thuisgekomen op deze school.

3 thoughts on “Emmers vol (on)geluk

Add yours

  1. Mijn hart doet zeer als ik dit leest. Wat hebben jullie het lastig en zwaar gehad en hoe mooi is het dat Elle nu haar plek weer gevonden heeft en weer de blije Elle is . Een pracht gezin zijn jullie met zoveel liefde en oog voor elkaar.
    Liefs en dikke knuffel 💖💋

    Liked by 1 person

    1. Ja, het was echt zwaar. Dat ‘remigreren’ was pittig en pas na twee jaar konden we nu allemaal echt ons plekje vinden. Rocco vindt zijn nieuwe school (hij zit nu in de 1e van het voortgezet onderwijs) geweldig. Zij blij. Wij blij… dank voor je lieve reactie!!

      Like

Leave a comment

Create a website or blog at WordPress.com

Up ↑